Dit schreef ik naar aanleiding van de week van de bib. Een stukje voor het nageslacht, daarom dat ik het hier ook post (en ook wel een beetje om ‘dyslexie’ bespreekbaar te maken en te houden):
Lezen, al heel mijn leven leek me het een vanzelfspekendheid. Net zoals een kind leert lopen en spreken, zo makkelijk leek me ook ‘leren lezen’. Als kind had ik er in ieder geval geen problemen mee; ik leerde vlot lezen, verslond boeken. Boeken van de bib weliswaar en om de zoveel tijd fietste ik naar de plaatselijke dorpsbib. Ik herinner me vooral de boeken van Lemniscaat, Jan Terlouw en Thea Beckman. Hoe vaak heb ik thuis niet moeten horen: “Leg dat boek nu eens weg.” want eten aan tafel met boek, het gebeurde meer dan eens. Ik herinner me een klein groen notitieboekje waar ik als kind in opschreef welke boeken ik las, per boek een blaadje met de titel, auteur, korte inhoud en één of ander scoresysteempje.
In de loop der jaren bleef ik lezen, niet altijd even intensief, maar toch met de nodige regelmaat en ik verhuisde van de dorpsbib naar de hoofdbibliotheek. Veel groter, veel meer keuze.
10 jaar geleden kwam er een eerste zoon bij, een paar jaar later een tweede en we bleven lezen. De volwassen lectuur maakte plaats voor prentenboeken, veel prentenboeken. De derde zoon had -amper twee weken oud- al een lidkaart van de bib te pakken want zo konden we 5 extra boeken mee naar huis nemen. Wat een luxe!
En toen ging de oudste zoon leren lezen, en moest ik vaststellen dat ‘leren lezen’ of gewoon ‘lezen’ an sich niet zo vanzelfsprekend is. Dat zelfs met veel oefenen het moeilijk blijft, zelfs na 5 jaar leesonderwijs en 4 jaar intensieve begeleiding bij de logo. Iets wat vroeger een ver van mijn bed show was, kwam plots heel dichtbij: dyslexie. Voor velen gecatalogeerd als één van de vele leerstoornissen, voor onze zoon een handicap waarmee hij voor de rest van zijn leven verder moet. Bij elk bezoek aan de bib speurde ik de b-boekjes af op zoek naar “het zaklampje” met het juiste AVI niveau. De speciaal aangepaste “Zoeklicht” leesboekjes voor kinderen met dyslexie, met een begeleidend Cd’tje met wat extra uitleg en het eerste hoofdstukje voorgelezen door de schrijver. Deze boekjes maken lezen toch nog leuk, zelfs al gaat het niet zo vlot. Ik denk dat elk van die boekjes hier thuis de revue gepasseerd is. Het is niet altijd even evident om een kind met leesproblemen te blijven motiveren om te lezen. Het is zelfs een ware uitdaging. Ondertussen is de oudste zoon erin geslaagd AVI9 te halen. Als mama ben je dan oprecht trots, zeker als je weet hoeveel uren oefening daaraan vooraf ging.
De tweede zoon zit nu in het tweede leerjaar, gaat ondertussen ook al even naar de logo. Voor mijn ogen speelt hetzelfde filmpje van drie jaar geleden zich opnieuw af. Ik vermoed dat we binnenkort weer vaste “Zoeklicht”-klant worden. Gelukkig is mijn oog ondertussen al geoefend in het zoeken van “Zaklampjes” in de rijen boekjes. Dyslexie is erfelijk, dus zoon nummer drie is ook een kanshebber, al sta ik daar liever nog niet bij stil.
Gelukkig merk ik dat onze kinderen wel van boeken houden, al vragen ze specifiek naar weet- en techniekboeken als ik weer eens met een grote volle zak naar de bib trek. Een bezoekje aan de bib wordt diezelfde dag nog gevolgd door uren lees- en kijkplezier en af en toe krijg ik het verwijt dat ik teveel boeken voor mezelf meebracht.
Ondertussen ben ook ik blijven lezen. Het groene boekje maakte plaats voor een Goodreads account maar lezen doe ik nog altijd met veel plezier. Ergens hoop ik nog steeds dat op z’n minst één van mijn zonen mijn leesmicrobe geërfd heeft. Misschien …
beeldmateriaal: Bookfessions