Daarstraks ging ik met Mats Nand ophalen in de kribbe. Het was ergens rond half vijf, Arne bleef rustig thuis TV kijken want hij is ondertussen groot genoeg om even alleen te blijven.
Onderweg passeerden we een politiecombi met zwaailichten aan en al. ‘Die zal snel moeten zijn,’ zei ik nog tegen Mats.
Toen we even later met Nand terug thuis kwamen, zei Arne meteen dat er politiemannen aan de deur geweest waren. ‘Ze waren op zoek naar een kinderopvang of zoiets’, zei Arne. Ik legde natuurlijk meteen de link met de combi die we eerder zagen. En omdat Arne er niet helemaal gerust uitzag, belde ik voor alle zekerheid toch maar even naar het politiekantoor. Blijkbaar hadden ze zich vergist van adres. Ze zochten ook wel een nummer 44 maar in een straatnaam die lijkt op de onze. Mysterie opgelost.
Rond 19u stak ik Nand in bad. ‘Mama, telefoon’, riep Arne even later van beneden, ‘iemand van de politie.’ Toen ik de telefoon overnam, bleek het één van de agenten die hier aan de deur gestaan hadden. ‘Ik wilde toch even bellen omdat uw zoon alleen thuis was, zodat jullie ook weten wat er aan de hand was.’ Awel se, dat vind ik nu vriendelijk. Dat ze toch even de moeite doen om ons op de hoogte te brengen. De politie: uw vriend!
3 zegjes gedaan op De politie uw vriend