Het is warm en ze voorspellen nog warmer weer. Nand amuseert zich met zijn Duitse vriendjes, Mats gooit zijn hengel uit en Arne knutselt nog een paar bouwpakketten in elkaar.
In de namiddag rijden we naar Waldbad Alt Jabel. Het voornemen om met de fiets te gaan wordt aan de haak gehangen. Veel te warm en misschien ook wel iets te ver (zo’n 18 km heen). De locatie, midden in de bossen, straalt iets Oost-Duits uit, de bezoekers ook.
Het water is met 20 graden nog erg koud, maar blijkbaar heeft Arne (en later ook Nand) aanleg om ooit bij de ijsberen te gaan. Toppunt van de locatie vind ik de waterglijbaan van 72 meter die me zelfs het koude water doet passeren (want koud is het).
Tot laat in de avond wordt er getimmerd in het werkhuis. En als een gekend geluid weerklinkt van ergens aan de andere kant van het heuveltje, springen Mats en ik weer op de fiets. We vinden er twee maaidorsers die aan het werk zijn op een gigantisch veld (en als ik ‘gigantisch’ zeg, dan bedoel ik ook ‘gigantisch’). Volgens mij hebben die boeren gewoon een ganse dag nodig voor één veld. Niks vergeleken met thuis.