Maandag, allereerste schooldag, voor Nand het begin van zijn lagere school carrière. Weinig oog en aandacht voor mama en papa, veel te druk met de vrienden. Als het echt tijd is om naar Brussel te vertrekken, kan er nog net een ‘Dag mama’ af. ‘Hij wordt groot’, denk ik bij mezelf. Ik draai me om en zet er de pas in. Mijn hoofd (of toch een deel) zit al bij de rest van de werkdag. Tot een stemmetje ver achter mijn rug mijn aandacht trekt. ‘Mama, nog een knuffel!’, hoor ik wanneer ik me omdraai. Mijn kleinste kerel komt naar me toe gelopen. Een knuffel om nooit te vergeten.
Vrijdagmiddag, vanaf nu kan ik elke twee weken Nand en Mats van school halen om boterhammetjes te eten thuis. Een luxe! Net voor de bel gaat staan we terug voor de schoolpoort. Ik open de poort. Nand aarzelt, overweegt om de stap te zetten en zich in het kindergejoel te storten. Net niet, een aarzeling. Hij draait zich en juist als ik hem wil laten gaan, spreidt hij zijn armen voor opnieuw een dikke knuffel. Nog geen 10 seconden later zie ik hem lopen tussen de kindermassa.
Dat hij maar groter groeit, hij mag, op één voorwaarde: zolang hij maar in mijn armen blijft passen.
Mijn klein geluk!
6 zegjes gedaan op Mijn klein geluk