Morgen staat er een bezoek aan de bib gepland, hoog tijd om even mijn boekenlijstje neer te pennen (en vooral de dingen die ik niet wil vergeten):
Dyslexie een complex taalprobleem van Tom Braams.
Een niet zo makkelijk boek maar het bracht hier en daar toch verheldering. Wat me vooral zal bijblijven is het stuk waarin beschreven wordt dat de hersenen (de plana temporale is het ingewikkelde woord) van dyslectische mensen ook anatomisch verschillen met die van niet-dyslectische mensen.
In het kort:
- In de periode vanaf de geboorte totdat een kind twee à drie jaar oud is, sterft een deel van de hersencellen af. Dit zijn hersencellen die helemaal niets te doen hebben gehad. Bij dyslectici blijken zowel in de linker als rechterhersenhelft minder cellen afgestorven. Doordat het afsterven van de hersencellen minder selectief is, kan er van minder specialisatie sprake zijn en uit dit zich (omdat het over het taalverwerkingsgebied gaat) in een mindere gevoeligheid in de eigen taal.
- Een tweede afwijking die werd gevonden, betrof foutjes in de opbouw van de hersenen en dan vooral in de gebieden die voor taal belangrijk zijn. Bij dyslectische proefpersonen werden plaatsen in de hersenschors gevonden waar cellen schots en scheef door elkaar lagen en waren groepjes van hersencellen door gaatjes in de afdeklaag (membraan) heen gekomen. Normaliter komen daar geen hersencellen voor. Omdat de structuur daar chaotischer is, zal de hersenorganisatie daar waarschijnlijk ook minder efficiënt zijn.
- Een derde afwijking werd gevonden in de thalamus.
- Oorzaak van deze afwijkingen zou kunnen liggen in de 25ste week van de zwangerschap wanneer de delen van de hersenschors bestemd voor taalgebieden worden gevormd. Net dan wordt er door de moeder extra testosteron geproduceerd en testosteron heeft een negatief effect op de opbouw van de linker hersenhelft . Dit verklaart ook waarom veel meer jongens dan meisjes dyslexie hebben (want jongetjes maken dan zelf ook al wat testosteron aan waardoor de kritische drempel sneller wordt overschreden.)
Verder wordt ‘problemen met luisteren in een lawaaierige omgeving’ als één van de kenmerken van dyslexie beschreven. Ik moest meteen denken aan zoonlief die zodra die voor de TV hangt ook niks anders hoort.
Soit, het werd me nog eens duidelijk dat dyslexie geen eenvoudig verhaal is, en dat we nog een lange weg af te leggen hebben.
Ik schreif faut – omgaan met dyslexie van Martine Ceyssens
Noot aan mezelf: in dit boek staan het ei-verhaal en au-verhaal dat de logopediste momenteel in beperkte mate al gebruikt voor Arne. Misschien eens een copietje nemen.
Vang me als ik val van Nicci French
Las vlot maar ik had er meer van verwacht. Nog twee boeken te gaan en dan zal ik bijna alles van Nicci French gelezen hebben (als ze ondertussen niks nieuws schreven).
Morgen naar de bib, weer een nieuwe lading boeken. Hopelijk krijg ik ook effectief iets gelezen.
Een zegje gedaan op Gelezen? Een boek of drie.