Ikke iets schrijven over mijn ware uiterlijk, dat was het eerste dagthema voor de wijvenweek. Waar ben ik aan begonnen.
Eigenlijk had ik een foto moeten posten van hoe mijn haar er twee weken geleden uitzag. Zo toen de echtgenoot in de badkamer zei dat ik dringend naar de kapper moest voor wat extra haarverf. En als zelfs de echtgenoot oog heeft voor zoiets, dan is het echt wel HOOG tijd. De dagen daarna heb ik vaker dan normaal gewerkt met één hand ter hoogte van mijn haarscheiding zodat mijn collega’s ‘den uitgroei’ niet zouden zien (misschien deed ik het daarom nog wel meer opvallen, maar soit)? Als er iemand voor kan zorgen dat de haarbanden of tulbanden zoals hier gedemonstreerd terug in de mode raken, please do!
Neen, ik ben geen blondine in disguise, maar gewoon een bruinharige die de verkeerde genen van haar moeder erfde, zo ook het ‘vroegtijdig grijs’-gen. Dat mijn moeder op haar 60 ste gewoon helemaal wit was, wil wel iets zeggen. Wit, in dat stadium zit ik nog niet, maar als ik de natuur zijn gang zou laten gaan zou het toch al een goeie peper en zout zijn, met toch best wat zout. Erg, hé. En zodus zit ik één keer om de 5 à 6 weken een paar uur bij de kapper in de hoop mijn eeuwige jeugd te behouden.
En voor de rest … uit luiheid gaan slapen met natte haren, dat geeft wel volume de volgende ochtend. Dat dat volume altijd de verkeerde kant op gaat, daar zwijgen we liever over (de kapper moest hier zo eens meelezen). Gelukkig zijn op dat moment de stijltang en een simpel rekkertje mijn beste vrienden. Ik verlies weinig tijd in de badkamer (ik heb een trein te halen): een kattenwasje, deo, een geurtje (pas nog Idole d’Armani in huis gehaald – klinkt chick- ik gebruik ook gewoon constant hetzelfde geurtje … kiezen is tijdsverlies) en een dagcrèmeke van Louis Widmer (ik leef nog in de illusie dat ik met een dagcrème de rimpels kan uitstellen). O ja, en tanden poetsen, zeker tweemaal daags. Ik haat een vieze mond (een mondhygiënist zou geld aan mij kunnen verdienen, gelukkig kennen we dat concept hier bij ons nog niet). Make-up … hoogstens wat oogschaduw en oogpotlood, maar da’s eigenlijk alleen als er een meeting op de agenda staat. En lippenstift? Enkel voor een avondje uit (en dan komt Nand poeslief vragen of ik een zoentje op zijn handje wil zitten. Dolgelukkig is dat ventje dan.)
Als er nu eens iets is waar ik bijna geen geld aan uitgeef, dan is het make-up. Wat je er ‘s morgens op smeert moet er ‘s avonds ook weer af … en dat is dubbel werk. Een fotooke van mijn rommelmake-up? Heeft dat geen hoog wijfgehalte?
Ik zou nog iets kunnen schrijven over mijn kleerkast, maar omdat jullie vandaag nog zo’n 200 andere beautyqueen posts te lezen hebben, houd ik dat voor de volgende wijvenweek.
Morgen meer over mijn kleine kantjes.
Pingback: Wijvenweek: dag 1 – Beautyqueen? Ikke? | Wijvenblogs