Na een jaar van gissen en vermoeden, heeft de logopediste in september het stempeltje “dyslexie” op Arne gezet. Het zat er wel aan te komen, maar toch is het wennen, aanvaarden. Mijn oudste zoon heeft een leerstoornis, zwart op wit. Er is geen ontkomen aan. Het komt het erop neer zo goed en zo kwaad mogelijk hiermee om te leren gaan.
Dyslexie wil eigenlijk vooral zeggen veel problemen met het automatiseren: Letterbeelden, spellingsregels, … Maar als je her en zoekt, lees je ook over vergeetachtigheid, concentratieproblemen, …
Mag ik misschien ook meteen benadrukken dat kinderen met dyslexie NIET dom zijn, misschien dat Arne wel ergens een bepaalde kronkel in de hersenen heeft die de dyslexie veroorzaakt, zijn wiskundeknobbel zit op de juiste plaats en eigenlijk komt hij ook met best goeie rapporten thuis.
Voor wie meer wil weten, de filmpjes op www.letop.be geven een goed beeld over wat dyslexie is.
Dyslexie is erfelijk en dan begin je met al eens naar jezelf te kijken. Ik ben eigenlijk altijd een goed studente geweest (ja, ja, ik weet dat eigen lof stinkt). De lagere school -op een paar maand extra spelling bij de taakjuf in het derde leerjaar- als één van de primussen van de klas beëindigd. In ‘t middelbaar latijn-wiskunde en daarna hogere studies zonder al te veel problemen. En automatisch zou je denken, dat heeft hij zeker niet van mij. Maar dan begin je te denken. Links – recht, daar vergis ik me nog vaak in (vraag maar aan Filip als we autorijden). En die extra uurtjes bij de taakjuf in het derde leerjaar? Of die examenvragen die ik verkeerd beantwoordde omdat ik vraag verkeerd las. Misschien toch? Of neen, toch niet … anders zou mijn oog niet eerst altijd vallen op de DT fouten in de mails die ik krijg, of word ik op ‘t werk niet bestempeld als ‘die haalt de laatste fout er wel uit’ (op voorwaarde dat ik het niet zelf geschreven heb).
Filip heeft het wat moeilijker gehad in z’n schoolse loopbaan (zijn geschrift was wel heel mooi – zeker in vergelijking met Arne z’n handschrift) maar spelling en talen waren niet zijn beste vrienden. Maar of dat dyslexie was, neen, dat denk ik niet.
Misschien dat het in de combinatie van de genen zit?
Dit terzijde, Arne heeft dus dyslexie, lezen gaat redelijk maar traag. En ja, als typische dyslecticus slaat hij woorden over, verspringt hij van lijn, leest hij soms wat hij onbewust denkt dat er staat (auto als er wagen staat in de tekst) en keert hij lettercombinaties soms om (als wordt sla ed.). Dagelijks wordt er hier gelezen voor het slapengaan, eerst in een leesboek, dan de oefenwoordjes van de logo en als hij dan nog zin heeft om de beurten een tekstballonnetje van Suske en Wiske. En Arne kan er nog van genieten, …
En dan is er het schrijven (dysorthografie), en dat is bij Arne een veel groter probleem. Hij schrijft heel onduidelijk, soms zelfs onleesbaar met heel veel fouten. Letters vergeten, letters omdraaien, … Zijn grootste probleem is dan ook schrijven. Zelfs gewoon woordjes overschrijven lukt niet al te best.
Gelukkig werkt de meester goed mee en zijn er samen met het CLB al een paar afspraken gemaakt. Voor toetsen krijgt Arne een “leesbare” copy van de invulblaadjes van de meester mee om te leren, dictees worden bij de taakjuf afgenomen, woordpakketten worden op de computer geoefend. Voor zijn boekbespreking maakte ik een voor hem makkelijk in te vullen digitale versie, …
Voorlopig kunnen we het daarmee nog redden, maar het is duidelijk dat we ook naar de toekomst moet beginnen kijken. En die toekomst ligt in een computer en een softwarepakket speciaal voor mensen met dyslexie en vooral ermee leren werken. Zo kan Arne op termijn werkblaadjes invullen op de computer, misschien toetsen maken op de computer (en eerste de vraag laten voorlezen om zeker te zijn dat hij door z’n dyslexie de vraag niet helemaal omdraaide en misverstond), … Het klinkt veelbelovend en de infoavond over Kurzweil 3000 die we bijwoonden, maakte het alleen maar veelbelovender. Een ander soortgelijk pakket is Sprint en ook daarover hoorde ik al veel goeds.
Zelf hadden we al een deadline gesteld om tegen begin 4e leerjaar kost wat het kost (en da’s toch wel een pak) zo’n software aan te schaffen, maar omdat het ook wel belangrijk is dat de school de kar meetrekt, is vorige week het probleem van Arne en sommige schoolgenootjes (want hij is zeker niet de enige) aangekaart in de ouderraad. Het organiseren van een groepsaankoop, het stimuleren van het gebruik van de software in de klas, … De school (en vooral de directeur) warm maken voor de mogelijkheden van zo’n software. De meeste aanwezigen (op één na, misschien wel de belangrijkste) waren er in ieder geval al voor te vinden. De bal is aan het rollen, en ik kijk uit naar de komende maanden …
Tot slot is er nog Arne, want hij zit er toch maar mee voor de rest van z’n leven. Die gaat er eigenlijk goed mee om. Hij weet dat hij een probleem heeft met lezen en schrijven en dat hij daarom extra moet oefenen. Huiswerk maken gaat nog steeds niet even vlot, maar ik heb het gevoel dat er verbetering in zit. Gelukkig bekijkt hij het leven van de positieve kant; op een dictee heeft hij MAAR 6 fouten en als hij een goeie toets van wiskunde maakte, is hij zo fier als een gieter. En als zijn punten voor spelling wat minder zijn op zijn rapport, we weten waaraan het ligt. We benadrukken alleen de positieve dingen (en de goeie punten).
Voorlopig heb ik niet het gevoel dat hij daarom minder aanvaard wordt in de klas, helemaal niet zelfs.
En dan is er nog die andere zorg, want als dyslexie erfelijk is, dan zou het wel eens kunnen dat Mats en Nand de dans niet ontspringen. Ik wacht dus met een bang hartje af naar september als Mats aan het eerste leerjaar start.
6 zegjes gedaan op Mijn kind heeft een leerstoornis